Bram, de hoofdpersoon van dit verhaal deed zijn naam alle eer aan. Het was een nogal heetgebakerd mannetje dat bij het minste en geringste, erop los ramde. Een typisch voorbeeld van non-verbale agressie, dus.
Bram, een midveertiger was nooit getrouwd geweest, had geen kinderen en genoot sinds jaar en dag een uitkering. Zuinig aan met geld, luidde het devies. Hij stamde af uit een typisch arbeiders-gezin en was al meer dan 15 jaar wees. Zijn beide ouders waren non-valeurs die geen pest uitvoerden. Beide waren slachtoffer van het niets-ontziene zwarte keerzijde van het lot. Een verkeerde inhaal-manoeuvre met hun gammel opel-kadettje, werd hun op zekere dag fataal.
Na de crematie, die slechts door een handje-vol mensen werd bijgewoond, ging ieder weer huns weegs. Ja, zo hard kan het leven zijn. Bram bleef alleen achter en kon zich, jammer maar helaas niet op een sociaal netwerk, beroepen.
Bram, als enig kind bleef dus alleen over en moest het verder maar uitzoeken. Hij frequenteerde menigmaal zijn stam-cafe, de schuit, en laafde zich aan voornamelijk bier. En maar hijsen tot hij beneveld huiswaarts repte. Hij deed er beter aan zijn favoriete drankje in de supermarkt te kopen, maar het was, helaas niet toegestaan zijn drank naar zijn stam-cafe mede te brengen.
Daarom zag hij zich genoodzaakt thuis, nou ja wat heet thuis- een viese, gore bende was het daar- zich al een redelijk stuk in zijn kraag te zuipen, om vervolgens naar zijn stam-cafe te gaan. Zelfzorg was hem vreemd en toch moest hij door schade en schande maar eens, maar wanneer kwam dat eens, wijzer moeten worden.
Hij hield er een spaarzaam aantal vrienden op na, echter van twijfelachtig allooi. Op de keper beschouwd waren het stuk voor stuk, raddraaiers, die, net als Bram nergens voor deugden. Dus die term vrienden, diende met een flinke korrel zout genomen worden. Jammer, maar het was nu eenmaal niet anders.
Zoals eerder opgemerkt, zijn thuissituatie was erbarmelijk. Swiebertje was er niks bij. Ook zijn eetpatroon was danig verstoord. Twee maal per week een warme hap, spleetogen-voer, natuurlijk, echter dat deerde hem niets. Lekker goedkoop en smakelijk bovendien.
Op zekere dag deed zich het volgende incident voor. Voor de zoveelste keer was hij weer eens straalbezopen en nam hij, zo goed als dat ging, mee aan het uiten van zijn mening, aangaande het domme voetbal-spelletje. Met ogen, die op halfzeven stonden maakte hij een opmerking, die hem, op zij n zachts gezegd niet in dank werd afgenomen. Smoel houden jij, werd er gescandeed richting Bram. Deze vorm van verbale agressie, deerde Bram allerminst. Als ze hun poten maar thuishielden, dacht hij.
Bram stond te wankelen op zijn benen, zoveel alcohol had hij inmiddels in zij n mik. Desondanks liep hij op 1 van die klootzakken af en maaide er vervolgens lustig op los. Hij was, zoals gezegd een beer van een vent die zich, wat hem betrof door niemand de wet liet voorschrijven. Hoe gevaarlijk Bram bezig was, besefte hij kennelijk niet, Het zou je maar overkomen dat er plotsklaps iemand met een mes je de weg belette. Zolang er maar met de blote vuisten gevochten werd, hoefde Bram voor niemand opzij.
Na een aantal minuten was de knokpartij beslecht, natuurlijk in voordeel van Bram. De waarheid dient gezegd, vroeg of laat moest en zou dit wel eens verkeerd aflopen voor ons aller Bram. Maar daarover later meer.
Ik kan nu wel wijselijk en heel braaf gaan opsommen hetgeen internet onder agressie en dergelijke verstaat, maar lijkt mij zonde van de tijd en papier, Eenieder met een aantal jaar voortgezet onderwijs weet heus wel dat agressie fysiek geweld is en dat dit altijd zal blijven. Verbaal geweld, bij voorbeeld schelden, ach wie maakt zich daar niet schuldig aan? Natuurlijk iedereen heeft wel eens de behoefte om een flink portie te gaan schelden en zulks is toegestaan. Waarom niet, Het lucht op, je kunt er weer even weer tegen.
Het wordt echter een bezigheid van een geheel andere orde, indien dit schelden frequenter en willens en wetens bedoeld is, iemand onderuit te schoffelen. Stop hiermee, mensen en de wereld krijgt weer glans. Tegen dovemansoren gezegd, dan moet je het maar eens voelen, gij eigengereid menspersoon. Dit voelen gaat gepaard het schelden afstraffen, door middel van een paar flinke vijgen om iemands oren verkopen. Stoppen, klootzak die je bent,
Bram was een figuur die het , zoals eerder benoemd fysieke geweld bepaald niet schuwde. Een potige vent, die vroeg of laat , eens flink op zijn lazer zou krijgen. Natuurlijk, messentrekkers zijn er bij bosjes. Bram liep het risico een van deze lieden tegen het lijf te lopen. Zulks zou gaan gebeuren, echter vooralsnog niet. Laat die Bram voorlopig zijn tegenstanders middels zijn staalharde knuisten het zwijgen maar doen opleggen.
We zijn nog niet aan het einde van dit verhaal en daarom keer ik terug naar Brammetje, die als jochie zijnde, voor galg en rad opgroeide. Hij haalde kattekwaad uit, net als alle andere jochies uit de straat. Hij maakte zich schuldig aan, niet alleen schelden , echter ook andere bezigheden, die een volwassene niet zouden misstaan. Denk hierbij aan het betasten der intieme delen van vrouwen, jong en oud die niets vermoedend voorbij paradeerden. Brammetje vond dat wel leuk, hij kreeg hooguit een reprimande van een versleten schoolhoofd, hetgeen totaal geen indruk op hem maakte.
Na vier jaar lagere school had ons aller Brammetje er genoeg van, net zoals zijn ouders, die hem van school haalden. Ga maar werken, werd hem opgedragen. Donder op, dacht hij. Non-verbaal geweld, dacht hij, echter wist hij veel. Hij probeerde zich dienstig te maken door allerlei kleine klusjes op te knappen. Denk aan het repareren van een lekke fietsband, boodschapjes voor ouderen, die slecht ter been waren. Hij mocht zijn geluk beproeven als supermarkt-medewerker. Hij nam lege flessen in en hielp mensen hun boodschappen int pakken en naar de auto te brengen.
Soms kon hij het niet laten om een goed uitziend vrouwmens even in de billen te knijpen, echter tot het
plegen van 100 procent ontoelaatbare handelingen kwam het nooit. Nee, die momenten bewaarde hij tot hij zich weer bij de andere schoffies van de straat bevond. Een onuitblusbaar brandje werd gesticht, fietsbanden werden lekgestoken en andere baldadigheden die het gedrag van zijn leeftijdgenootjes zo accentueerde.
Hier houdt het leventje als Brammetje even op en keren we terug naar de actualiteit. Bram had dus geen opvoeding meegekregen en hij was enkel gehard tegen de harde maatschappij , door gebruikmaking van fysiek geweld en dat eeuwige schelden. Daar heb je het weer. Verbaal en non-verbaal geweld.
Hoe stond het eigenlijk met de vrouwtjes in zijn leven als non-valeur? Stelde hoegenaamd niets voor. Sexuele voorlichting had hij nimmer gekregen, echter helemaal onbetuigd naar de vrouwen was hij nu ook weer niet. Als hij een leuke meid tegenkwam en hij meer wilde dan alleen maar vriendschap, liet hij dat niet onbenoemd. Zijn hormoon-huishouden liet hem niet altijd in de steek. Hij volgde als het ware zijn instinct. Zijn eerste seks-experience had hij op zijn zestiende levensjaar, vrij laat dus, alhoewel. Er zijn lieden die dit gebeuren pas op veel latere leeftijd vervuld zien.
Zijn eerste serieuze vriendin heette Coby, een best wel goed ogende deerne van slechts 16 jaar. Toen hij een tijdje omgang met haar had verlangde hij naar meer en stelde hij Coby voor, kom op meid, zullen we effe? Hij sleurde haar de bosjes in en had daar na veel vijfen en zessen zijn eerste ontlading. Zo, ook weer gehad. Die eeuwige strijd ook aangaande cupido. Maar ja, wat wil je. Je bent wild en je jongt wat.
Na dit eerste close-harmony volgde er nog een stuk of tig. Bram was zeker niet onknap, maar ja zijn manier van omgang en uiting geven van zijn gevoelens lieten nogal te wensen over. Ja, heet gebakerd mannetje, je had nog heel wat te leren, aangaande dit onderwerp.
De ontknoping van dit verhaal is nabij. Op zekere dag werd hij telefonisch benaderd door een louche figuur die hem wenste te spreken. Na veel wikken en wegen, spraken ze af. Ze zouden elkaar zien in de voor Bram zo overbekende stamkroeg.
De dag brak aan waaop de beide heren elkaar zouden zien, zoals dat heet. Bram, geduld werd danig op de proef gesteld, maar zijn wachten werd na een 30tal minuten, zeg maar beloond en de kerel, die naast hem plaatsnam, was een ietwat slungenachtig figuur, die hij alleen van gezicht kende.
Bram, eerste vraag luidde in een voor hem onbekend ABN, wat mot je? Hij stak van wal en gaande het gesprek werd duidelijk wat Bram voor hem kon betekenen. Zoals altijd betrof het smerig, tevens gevaarlijke klusjes, die de slungel hem aanreikte. Bram was een beer van een vent, die zijn vuisten wel kon gebruiken. Hetgeen hem nu was voorgesteld, was dat hij mee zou doen aan bokswedstrijden, waar veel poen, bread in omging. Of Bram zin had om mee te doen.
Inderdaad kon Bram wel wat poen gebruiken en zo kwam van het een het ander.
Op de eerste dag dat Bram zijn opwachting in de ring zou maken, was hij in topconditie. Hij was ingeschaald in de categorie, halfzwaar-gewicht, tot 110 kilo. Hij maaide er lustig op los tijdens zijn eerste
partij. Een makkie, zijn tegenstander bleek een watje en na twee ronden slechts was het pleit beslecht. Zijn tegenstander knock-out, met slechts enkele rake klappen. Dat beloofde wat voor de komende partijen.
Dit gedoetje bleek lange tijd doorgaan, totdat de des onheils aanbrak. Nietsvermoedend stapte Bram weer eens de ring in , en maaide er als vanouds lustig op los. Zijn tegenstander, echter gaf geen krimp en langzaam maar zeker begon Bram te beseffen dat hij te maken had met een geduchte tegenstander. Na zeven rondjes werd Bram moe, edoch zijn tegenstander bleef hem bevuren met rake slagen en stoten.
Op een gegeven moment, was het een voldongen feit, Bram had zijn meerdere gevonden. Die vent echter stoorde zich niet door de scheids gegeven, het is nu welletjes man. Welnee, met een waas voor zijn ogen, bleef die vent hem trappen en schoppen tegen zijn lichaam. Vooral zijn hoofd moest het ontgelden en die vent maar doorgaan. Kreten van afschuw vanuit het publiek. Niks mee te maken dacht die vent en had alleen oog voor het inmiddels ontzielde lichaam van ons aller Bram.
Bram intussen besefte nauwelijks dat hij nog leefde. Na enige minuten van helse pijnen, werd hij eindelijk gered uit de klauwen van die idioot. De ambulance was erbij geroepen en reanimatie was dringend geboden. Helaas, voor onze Bram kwam deze zo naarstige hulp te laat. Bram zag alles eerst nog grijs om vervolgens af te dalen in de eeuwige duisternis. Het was, jammer maar helaas, afgelopen met ons aller Bram. Vrede zij met je, heetgebakerde Bram. God hebbe je ziel.